S.O.J.K. Nummer 115
Goedemorgen,
Op m’n werk hadden we laatst een weddenschap afgesloten met een paar collega’s. Gewoon voor de fun. We waren met 3 collega’s. De inzet was de rest op een ijsje trakteren.
De eerste, Bob, maakte een realistische inschatting. Hij ging met een serieus doordacht aantal uiteindelijk in het midden zitten.
De tweede, laten we haar voor dit verhaal even Irene noemen, was het positiefste. Ze schatte het aantal het hoogste in.
Ik was als laatste, en schatte het aantal het laagste in. Ik hield zelfs rekening met een achteruitgang. Er zit nu eenmaal een pessimist in mij verstopt. Ik deed dat niet persé bewust. Maar ik voelde me gesterkt door de Stoïcijnse filosofie. Ze hebben namelijk als regel:
Premedidatio Malorum.
Waarbij je ervoor zorgt dat je rekening houdt met het ergste dat kan gebeuren. Je bedenkt in je hoofd de ergste scenario’s zodat je in ieder geval goed voorbereid bent, “if shit hits the fan”. Ik dacht ook lange tijd dat dit de beste manier was om met dingen om te gaan. De pessimist heeft, zo lijkt het, altijd gelijk.
Als het echt zo slecht is dan kan je tegen iedereen zeggen: zie je wel, ik zei het toch. En als het uiteindelijk allemaal meevalt, is het in ieder geval positiever dan wat je bedacht had. Klinkt als een win-win.
Maar op de lange termijn is dat een hele onhandige strategie. De pessimist uithangen is namelijk ontzettend makkelijk. Iedereen kan een waslijst aan problemen opsommen. Het is veel moeilijker om de verbeeldingskracht en de moed bij elkaar te rapen en te bedenken op welke manieren iets goed kan gaan, of hoe je het voor elkaar kunt krijgen.
Dat is ook wat iedereen te zien krijgt in de media. Pessimisme is goed voor krantenkoppen, voor clicks, likes en provocatie. Toch ben ik er van terug gekomen. Ik probeer mezelf positiever en optimistischer te maken. Want op de lange termijn krijgt de optimist namelijk altijd gelijk. Het duurt alleen soms wat langer tot het uitkomt. We leven ondertussen langer. De beurskoersen gaan, als we decennia in plaats van dagen terugkijken, omhoog. Technologie helpt ons telkens vooruit. Al is het makkelijker om te schrijven dat AI eng en gevaarlijk is, dan na te denken over de mogelijkheden.
Terwijl, mensen die denken in mogelijkheden. Die durven dromen en nieuwe dingen blijven bedenken. Die manieren vinden om AI voor het goede in te zetten, of die aandelen inkopen en een lange tijd vasthouden, die trekken uiteindelijk aan het langste eind.
Maar zeg nu zelf. Het is toch ook veel leuker om positief in het leven te staan. Om optimistisch te zijn over de kansen en mogelijkheden om ons heen. De pessimist begint nooit een eigen bedrijf, want alles gaat bij voorbaat al mis. Het klassieke roze olifant syndroom.
Ik geef toe; altijd optimistisch zijn is moeilijk. Maar het heeft geen zin om pessimistisch te zijn als je van het leven dat voor je ligt écht iets wilt maken.
Uiteindelijk trok Bob trouwens aan het langste eind. Zijn realistische inschatting was dichtbij het werkelijke aantal. Ik zat ook veilig. Irene heeft ons allemaal op een ijsje mogen trakteren. Maar dat is een prijs die ik graag voor optimisme wil betalen.
LYLT